De kracht van een database zit in het feit dat u de mogelijkheid hebt om te bepalen welke gegevens u in welke volgorde wilt bekijken.

Met een query kunt u bijvoorbeeld uit een grote personeelsdatabase enkel die records laten bepalen uit één bepaalde gemeente, of bijvoorbeeld alleen alle directeurs laten zien. Ook is het mogelijk om van bepaalde records enkel sommige velden te laten zien en andere achterwege te laten.

U kunt dus filteren in uw gegevens om zo bepaalde vragen te beantwoorden; bijvoorbeeld wat is nu het aantal secretaresses in ons personeelsbestand?

Met een query kunt u een vraag stellen over de gegevens die in tabellen zijn opgeslagen. Het ontwerp van de query bepaalt dan welke gegevens worden opgehaald.

De meest gebruikte query's zijn selectiequery's, waarmee u dan gegevens uit tabellen kunt bekijken, analyseren en eventueel zelfs wijzigen. Met behulp van een selectiequery kunt u een set of aantal records ophalen die voldoen aan de criteria die u opgeeft.

Als u een selectiequery uitvoert, worden de opgevraagde gegevens in een zogenaamde dynaset verzameld. Een dynaset lijkt uiterlijk op en werkt zoals een tabel, maar is eigenlijk geen echte tabel. Het is een dynamische weergave van gegevens uit één of meerdere tabellen, geselecteerd en gesorteerd volgens de instellingen die in de query bepaald zijn. U kunt gegevens in de velden van de dynaset op dezelfde manier invoeren en wijzigen als in een gewone tabel en de wijzigingen die u daar aanbrengt zullen verwerkt worden in de tabel waarop de query gebaseerd is.

De bestanden die gebruikt worden in dit hoofdstuk kan je terugvinden op SmartSchool.

3.2 Selectiequery’s maken